Tegenwoordig zijn draagbare slaaptrackers bijna niet te missen in onze moderne samenleving. Denk bijvoorbeeld aan: Fitbit, Polar, Oura rind, Garmin, WHOOP, Beddit, SleepWatch, …. Het feit dat velen van jullie het kennen of er één hebben, bevestigt de enorme toename van het slaapbewustzijn ten opzichte van het laatste decennium. Vermits er een explosie aan slaaptrackers is, worden slaapartsen overspoeld met vragen over slecht slapen doordat deze slaaptrackers dit aangeven. Toch missen veel van deze zelfregulerende draagbare slaaptrackers nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en bruikbaarheid. Daarom lopen ze het risico jou verkeerd te informeren en jouw perceptie van jouw slaapgezondheid te beïnvloeden. Maar het bevat ook voordelen in termen van meting wanneer de gegevens worden geïnterpreteerd en gebruikt als niet-klinisch, zoals bijvoorbeeld het detecteren van verbeteringen van veranderingen in de slaaphygiëne.
Als het gaat om het correct kwantificeren van jouw slaap, is de gouden standaard: polysomnografie (PSG) nog steeds de meest betrouwbare en nauwkeurigste meting. PSG kwantificeert jouw hersen-, spier- en oogactiviteit tijdens jouw slaap, om voornamelijk de slaap- en slaapstadia te kunnen classificeren. PSG wordt uitgevoerd in slaaplaboratoria waarbij ze dure, gespecialiseerde apparatuur en bekwame technici nodig hebben om de nachtelijke procedure uit te voeren. Vandaar dat het nog niet omgevormd kan worden tot een draagbare slaaptracker. Echter moet elk apparaat dat beweert slaap te meten voldoen aan de gouden standaard (PSG).
Het probleem is: Slechts een subset van de in de handel verkrijgbare zelfregulerende slaaptrackers is getest op nauwkeurigheid en betrouwbaarheid aan de hand van deze gouden standaard. De meeste draagbare apparaten zijn niet goedgekeurd en vallen daarom onder de categorie “welzijns”-producten.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat al deze apparaten:
Op dit moment vertonen deze slaaptechnologieën dus opmerkelijke onnauwkeurigheden bij het bepalen van de slaap.
We kunnen dus concluderen dat er een gebrek is aan toegankelijke en objectieve instrumenten voor het kwantificeren van slaap buiten de klinische laboratoriumomgevingen. Als het gaat om klinische zelfcontrole van jouw slaap, raden we niet aan deze meetgegevens voor slaapstadia te gebruiken in jouw besluitvorming. Dit betekent natuurlijk niet dat je jouw slaaptracker moet weggooien. Het is belangrijk om de bedoeling van het gebruik van het slaapapparaat te begrijpen. Het kan verhelderend zijn en mogelijk worden gebruikt als hulpmiddel om jouw gezondheid te gaan verbeteren. Het verbeteren van jouw slaapgedrag op basis van eenvoudige tips voor slaaphygiëne, zoals consequenter naar bed gaan om jouw totale slaaptijd te verlengen, kan nauwkeurig worden beoordeeld door deze technologieën. Het wordt zelfs aanbevolen, omdat het voor jou interessant is om de impact van deze veranderingen op jouw slaappatroon te zien.
Dus zolang je geen klinische conclusies trekt op basis van de absolute cijfers (bv. de hoeveelheid REM-slaap) die door jouw apparaat wordt vermeld, is het absoluut oké om het te gebruiken. Als je denkt dat je ernstige slaapproblemen hebt (zie het vorige deel over slaapstoornissen), raden we jou aan om jouw arts te raadplegen. Een PSG wordt alleen gebruikt om een mogelijke slaapstoornis bij een patiënt te onderzoeken.