Betrek werknemers bij het uitwerken van het actieplan. Op deze manier sluiten deze beter aan bij hun noden en zal er meer draagvlak zijn wanneer de acties geïmplementeerd worden. Het gaat hierbij immers om een gedeelde verantwoordelijkheid van werknemers en werkgever. Je kan dit bijvoorbeeld doen aan de hand van de World Café-methodiek (zie Appendix 9: World cafe). Communiceer hier duidelijk bij dat de input van werknemers belangrijk is, maar dat niet alles mogelijk zal zijn, en dat een selectie van acties zal gemaakt moeten worden op basis van de ingeschatte haalbaarheid en impact op werknemers.
4. STRATEGIE EN ACTIEPLAN OPSTELLEN
INHOUDSOPGAVE
- Probeer bij het opmaken van het actieplan een combinatie van acties te voorzien die heel snel (“quick wins”), op korte termijn en op lange termijn kunnen geïmplementeerd worden.
- Vul je projectplan verder aan met de vooropgestelde acties, zodat je deze ook mee kan opvolgen.
Maak je acties “SMART”
Gebruik de SMART-methode voor het opstellen van je acties. Appendix 10: SMART kan jou hierbij helpen. SMART is een acroniem dat staat voor het volgende:
- Specifiek: Zorg ervoor dat je duidelijke en concrete doelen en acties formuleert. Ga na of het voor iedereen duidelijk is wat de acties zijn en waartoe ze dienen.
- Meetbaar: Zorg ervoor dat de doelen en acties die vooropgesteld zijn meetbaar zijn. Wanneer zijn de doelen en acties bereikt?
- Acceptabel: Zorg ervoor dat alle werknemers en het management of de directie achter de doelen en acties staan.
- Realistisch: Zijn de acties die vooropgesteld worden realistisch en haalbaar? Is er een wettelijk kader voor de acties? Vergen de acties niet te veel van werknemers? Is het niet te veel ineens? Maak een goede combinatie van quick wins en acties op langere termijn. Zo houd je het thema ook levend in de organisatie.
- Tijdsgebonden: Wanneer worden de acties geïmplementeerd? Over welke tijdspanne lopen ze? Gaat het om tijdelijke of structurele maatregelen?